Hoe werkt elektriciteit?

Elektriciteit. We gebruiken het elke dag. Je telefoon opladen, de lamp aandoen, televisie kijken... overal is elektriciteit voor nodig! Maar heb je je ooit afgevraagd hoe het eigenlijk werkt? Laten we eens kijken!

Elektronen

Alles om ons heen, dus ook jij en ik, bestaat uit superkleine deeltjes die we atomen noemen. Elk atoom heeft een kern, en daar omheen bewegen nog kleinere deeltjes: de elektronen.

Deze elektronen kunnen soms vrij bewegen. Als ze dat doen, bijvoorbeeld door een koperdraad, dan zorgen ze voor stroom. Denk eraan als een rij mensen die allemaal tegelijkertijd één kant op lopen; die beweging is de stroom.

Geleiders en isolatoren

Niet alle materialen laten elektronen even makkelijk bewegen:

  1. Geleiders: Dit zijn materialen waar elektronen makkelijk doorheen kunnen bewegen. Metalen zoals koper (dat zit in stroomkabels!) en zilver zijn hele goede geleiders. Hoe makkelijker de elektronen bewegen, hoe beter de geleider is.
  2. Isolatoren: Dit zijn materialen die elektronen juist tegenhouden. Ze laten stroom niet goed door. Denk aan plastic, hout, glas of rubber. Daarom zit er vaak een plastic laagje om stroomkabels heen: dat is veilig, zodat de stroom jou niet raakt!

De stroomkring

Stel je voor dat elektriciteit een racebaan is voor elektronen. Om de race te laten doorgaan, moet het pad helemaal rond zijn, dus gesloten. Dit noemen we een stroomkring.

Een stroomkring heeft altijd:

  1. Een energiebron: Dit is de "motor" of de "pomp" die de elektronen in beweging zet. Dit kan een batterij zijn of het stopcontact thuis.
  2. Een gebruiker: Dit is wat je wilt laten werken, bijvoorbeeld een lampje of een radio.
  3. Kabels (geleiders): Deze maken het pad compleet.

De elektronen vertrekken vanaf één kant van de batterij, stromen door het lampje (waardoor het gaat branden!) en gaan dan weer terug naar de andere kant van de batterij. Zo kunnen ze blijven rondgaan, net als water in een fontein. Als de kring ergens onderbroken is (bijvoorbeeld als je een schakelaar uitzet), stopt de stroom en gaat het lampje uit.

Plus en min

Elektronen hebben een negatieve lading. Dit is gewoon een naam voor een eigenschap, net zoals een magneet een noord- en een zuidpool heeft.

Wat belangrijk is om te weten:

  1. Twee gelijke ladingen (bijvoorbeeld min en min) stoten elkaar af.
  2. Twee verschillende ladingen (plus en min) trekken elkaar juist aan!

Een batterij heeft een pluspool (waar weinig elektronen zijn) en een minpool (waar juist heel veel elektronen zijn). De elektronen willen van de minpool naar de pluspool bewegen, omdat ze elkaar aantrekken. Die beweging van elektronen van 'veel' naar 'weinig' is wat stroom is.

Richting van stroom

Vroeger dachten wetenschappers dat stroom van de pluspool naar de minpool bewoog. Dit noemen we de conventionele stroomrichting. Later ontdekten we dat de elektronen (de échte stroomdragers) eigenlijk van de minpool naar de pluspool bewegen.

Voor de meeste alledaagse toepassingen maakt dit verschil in richting niet uit. Belangrijk is dat de stroomkring gesloten is en dat de elektronen een weg hebben om te bewegen!

Elektriciteit is dus de beweging van hele kleine deeltjes, elektronen, door materialen die ze goed doorlaten (geleiders). Om iets te laten werken, moet de elektronenstroom door een gesloten stroomkring gaan, van een energiebron naar een apparaat en weer terug. Het is een wonderlijke kracht die onze moderne wereld aandrijft!

De gegevens op Elektricien.nl zijn met zorg samengesteld op basis van publiek beschikbare bronnen, ten behoeve van de consument die op zoek is naar een vakspecialist.
Indien uw bedrijfsgegevens incorrect zijn, of u de bedrijfsgegevens niet weergegeven wil hebben op Elektricien.nl, klikt u dan hier.